Rouw is verweven met heel je leven én is uitzichtloos – maar niet voor altijd zo zwart als in het begin lijkt. Twee (of eigenlijk drie) dingen die mij duidelijk zijn geworden de afgelopen drie jaar. In oktober 2018 overleed mijn vader plotseling. Mijn zusje (toen 26 jaar) en ik (toen 27 jaar) woonden allebei al een tijdje niet meer thuis. Toch waren we ‘toevallig’ met het hele gezin bij elkaar die nacht. We hadden een familieweekend en sliepen met het hele gezin en mijn vriend in een vakantiehuisje. Een uur nadat we “slaap lekker” en “tot morgen” zeiden stond de ambulance met zwaailichten voor de deur en nog geen drie uur later was mijn vader plotseling overleden.
Over de week naar de begrafenis toe weet ik niet veel meer. Flarden van een vriendin die langskomt, met mijn vriend proosten op mijn vader, slapen en élke ochtend wakker worden in een nachtmerrie. De maanden die volgden waren zwart. Donker, donker zwart. Ik zag geen hand voor ogen. Tijdens deze periode was ik als de dood (see what I did there?) dat ik nooit meer onbezorgd zou kunnen lachen. Met van de bank komen om een paar boodschappen te doen of een rondje te wandelen verbruikte ik alle energie die ik had voor die dag. Veel meer deed ik dus ook niet. Veel meer kón ik niet. Ik was compleet lamgeslagen.
“Ik wil graag een datum horen dat je weer – langzaamaan – begint met werken” zei mijn leidinggevende. “Dit mag (ver) in de toekomst liggen, of morgen zijn, als je maar een stip op de horizon zet voor jezelf”. Hij zei het precies op het goede moment. Ik voelde namelijk ook dat ik ergens weer moest beginnen, maar ik wist niet waar, wanneer en hoe. Mijn eerste stapjes terug naar de ‘echte’ wereld. Ik begon met een uurtje koffie drinken, gewoon op werk zijn en breidde dit uit tot ik weer aan mijn volledige werkuren zat. Hoe donker die eerste maanden ook waren, het was ook een ‘veilige’ bubbel. Het voelde daarom ook zo onwennig om weer mee te moeten draaien in de ‘normale’ wereld. Met elke stap verder uit mijn bubbel werd pijnlijk duidelijk dat m’n vader nergens meer was en niet meer terugkwam.
Rouw is grillig, donker en rauw. En, waar ik niet klaar voor was, rouw is overal. De stomme dingen worden mega stom. Alsof alles wat verdriet opwekt ook altijd een stukje rouw raakt. Of stress, wat doorschiet naar verdriet. Zoals toen ik zenuwachtig was voor een sollicitatiegesprek. Ik vond dat al moeilijk en dan was papa er óók nog eens niet meer. Maar naast dat verdrietig voelen altijd een extra lading lijkt te hebben, zijn leuke dingen ook per definitie minder leuk. De leuke dingen kunnen niet gedeeld worden en maken altijd weer pijnlijk duidelijk dat er een belangrijk persoon mist in m’n leven.
Gelukkig is de intensiteit van rouwen geleidelijk, met vallen en opstaan, minder heftig geworden. Waar het eerst onverwachts en vaak op kwam zetten, zie ik het nu (meestal) aankomen en kan ik er doorheen gaan. Ik kan de tranen omhoog laten komen en het verdriet er laten zijn. Er zijn heus ook nu nog momenten dat het me overvalt en ik niet weet waar ik het zoeken moet, maar deze momenten zijn er gelukkig steeds minder. Langzaamaan krijg ik mijn leven en mijn (nieuwe) zelf terug. Ik begin mijzelf weer te herkennen en zie hoe mooi het leven, ook nu nog, kan zijn.
Eén van de mooie dingen is dat ik – hoe verdrietig de situatie ook – verbinding kan maken met mensen die ook met rouw te maken hebben. Omdat ik een plek met tips en herkenning miste tijdens mijn rouw heb ik die zelf gecreëerd! Op mijn instagram RouwerPower deel ik rouwtips en gedichten (https://www.instagram.com/rouwerpower/). Ook kan ik een persoonlijk gedicht schrijven voor jou of iemand uit je omgeving (mooi cadeau voor de feestdagen!). De persoonlijke gedichten zijn een blijvende herinnering en vangen jouw gevoel in woorden. Ik hoop dat mensen op RouwerPower herkenning kunnen vinden en zich hierdoor iets minder radeloos voelen dan ik mij voelde tijdens de eerste maanden van rouw. En zij zo ook, op hun eigen tempo, het leven weer een feestje gaan vinden!