Het verhaal van Iris

Met Zonder

Al zes en een half jaar loop ik zonder vader op deze aardbol rond. Ik was 16 toen ik hem verloor. Al die tijd zonder extra steunpilaar. Nou was ik al redelijk vroeg bezig met het bouwen van mijn eigen steunpilaar, maar genoeg tijd om die volledig op te bouwen had ik helaas niet. Dus toen papa’s pilaar instortte, wankelde ik voor een tijdje op één been, wat onwijs vermoeiend was. Mijn been begon al snel te trillen en te verzuren. Daarnaast klampte ik mij met alle macht vast aan het kleine stukje eigen-pilaar dat ik gebouwd had, maar al snel bleek dat ik daarvoor niet het juiste cement had gebruikt. Ergo, ik viel volledig de afgrond in. Het heeft mij heel wat tijd en moeite gekost om uit dat krater te kruipen. In de klim naar boven is er veel van en in mij veranderd. Als mijn vader mij nu zou zien, zou hij eigenlijk alleen nog mijn ogen herkennen: die zijn nog net zo blauw, maar als hij wat dieper zou kijken in de iris, zou hij een hele andere Iris zien.

Soms praat ik tegen hem, op momenten dat ik het even allemaal niet meer aan kan. Niet omdat ik perse geloof in een hiernamaals en dat hij mij kan horen, maar ja, je weet maar nooit. Ik zou hem vertellen dat de eerste vier jaar zonder hem heel rommelig waren, maar dat de laatste tweeënhalf eigenlijk heel erg leuk zijn. Dat ik al twee jaar op mezelf woon, met supergezellige huisgenoten. Dat ik zo intens geniet van alle nieuwe mensen die ik ontmoet. Dat ik zo graag had gewild dat hij dan bij mij kwam koken, of dat ik zou koken voor hem [want samen in de keuken staan is geen optie] en dat we de Matrix weer opnieuw zouden kijken. Voor de zevende keer. Maar dit keer omdat er binnenkort een nieuwe uit de serie uitkomt. En dat we dan zouden plannen om daar samen heen te gaan. Of dat je bij mij op je vrije dag zou komen lunchen op mijn balkon in de zon, glaasje rood erbij. En dat je zou weigeren om zonnebrand op te doen, en dat ik het dan zelf maar op je gezicht zou smeren. Maar tegen die tijd zou het dan al geen zin meer hebben want je verbrand toch altijd binnen drie minuten. We zouden dan jouw intellectuele monologen kunnen omzetten naar werkelijke gesprekken, want ik kan mezelf nu eindelijk goed uitdrukken in woorden. Ook weet en snap ik zoveel meer dan toen. Ik zit niet langer in mijn tiener ego-bubbeltje, vol onzekerheden en sociale vergelijking. We zouden eindelijk kunnen discussiëren over de sterren en het oneindige leven. En als je dan weg zou gaan, had ik je heel lang geknuffeld. Niet zoals toen ik je voor het laatst zag. Echt lang, en zonder gemok.

Het is een dubbel gevoel. Ondanks dat hij er niet meer is om direct aan mijn groei bij te dragen, merk ik elke dag dat hij een groot deel van mijn leven (heeft) bepaald. Grote stukken van mijn persoonlijkheid zoals mijn gevoel voor humor, muzieksmaak en voorkeuren voor films en boeken komen voort uit dat van mijn vader. Op die manier zal hij mij dus altijd blijven beïnvloeden en er een stuk van hem voortleven in mij. Aan de andere kant, huidige Iris is Iris zonder vader. Hoewel ontstaan door hem, is zij afzonderlijk gefloreerd. Hij is met mij, maar ik ben zonder hem. En met die versie van mij, ben ik eigenlijk ook heel blij. Het gevoel dat hierbij naar boven komt vind ik altijd moeilijk uit te leggen aan mensen die het woord “rouw” nog niet aan hun vocabulaire hebben hoeven toevoegen [alleen maar beter eigenlijk]. Het eeuwige verlangen naar iets wat niet meer is of wat ooit had kunnen zijn, terwijl je ook genoegen neemt met de leegte. Want ik heb ook rust kunnen vinden in die leegte. Hoe het mij eerst ontaarde, geeft het mij nu kracht. Rouw voor mij is dus een soort permanente staat van dubio. Niet zwart, niet wit, maar grijs: een Iris met zonder papa.